|
|
De eerste vermeldingen van Griep zijn niet in de stad, maar
in dorpjes in de 'Landeskreis', de regio waar Stolp de
hoofdstad van is. In onderstaande dorpen wonen sinds de 18e
eeuw families Griep.
De
oudste vermelding is in de dorpskerk van Quackenburg, waar
in 1703 twee 14-jarige kinderen als Konfirmand staan
opgetekend. In 1717 worden in de gehele regio de boerenhoeven
geteld en staat Christian Griep geregistreerd als boer te
Klein-Silkow.
In de jaren daarna volgen vermeldingen van Griep in onder
meer Warbelow, Groß Dübsow, Groß Krien, Dammen,
Lojow, Gumbin
en Groß Gansen. |
|
|
|
|
Later trekken er ook Griepen naar de grote
stad.
Van Stolp
zijn uit een drietal jaren, 1895, 1915 en 1938, de
adresboeken bewaard gebleven. Daarin staat maar liefst 43
maal de naam Griep. |
|
STOLP
Stolp wordt in 1382 lid van het handelsverbond 'de
Hanze'. De meeste handelscontacten zijn met de
Nederlandse steden, waaraan men grondstoffen voor de
textiel productie levert.
De Duitstalige bewoners van Pommeren spraken
oud-Nederduits, een taal die nu geheel verdwenen is.
Hun spraak was voor echte Duitstaligen nauwelijks te
volgen, maar Nederlanders konden hem goed verstaan. |
|
1895:
De weduwe Griep-Richardt, Wilhelmsstraße 15 en de
arbeider Friedrich Griep, Kleine Gartenstraße 15.
1915:
De arbeider Albert Griep, Sandberg 25; de
arbeider Albert Griep, Radeberg 16; de weduwe Anna
Panzer-Griep, Schliepgrund 11; de weduwe Berta
Griep-Meschana, Schmiedetormauerstraße 24; de arbeidster
Bertha Griep-Villmow, Große Gartenstraße 10; de
weduwe Emilie Griep, Mittelstraße 33; de weduwe
Emma Brüggeman-Griep, Schlawerstraße 6b; de arbeider
Franz Griep, Stolpmünder Chaussee 12; de schildersgezel
Franz Griep en de arbeider Heinrich Griep,
Fruchtstraße 1; de arbeider Friedrich Griep,
Ottestraße 5; de arbeider Friedrich Griep,
Präsidentenstraße 33; de weduwe Ida Griep-Jaschob,
Sandberg 11; de arbeider Johann Griep, Radeberg 1; de
arbeider Karl Griep, Reitzer Chaussee 3; de
arbeidster Olga Griep-Behnke, Sandberg 14; de
arbeider Otto Griep, Petrikirchsteig 14; de
rentenierster Paula Griep-Lange, Ottestraße 12.
|
|
1938:
De RAD-beambte Alfred Griep, naaister Elli
Griep, weduwe Minna Griep en Walter Griep,
Steinstraße 39; de dienster Anna Griep, arbeidster
Ida Griep en arbeider Walter Griep, Wollweberstraße 23;
de automonteur Artur Griep, Radeberg 5; de arbeidster
Dora Griep, Schliepgrund 11/12; de arbeider Emil
Griep, Stolpmünder Straße 13; de arbeider op de
steenbakkerij Franz Griep, Stolpmünder Straße 12; de
schilder Franz Griep, Hindenburgstraße 13; de
verkoopster Frieda Griep en meubelmaker Reinhold
Griep, Plassower Weg 81; de meubelmaker Johannes Griep,
Fruchtstraße 10; de pleinwachter Karl Griep,
Hinderburgkampfbahn; de kapper Max Griep, Reitbahn 7;
de boekdrukker Max Griep, Grüner Weg 25; de
rentenierster Minna Griep, Sandberg 11; de
ziekenverpleger Otto Griep, Petristraße 5; de
arbeider Otto Griep, Amtsstraße 19; de arbeider
Paul Griep, Kleine Auckerstraße 12; de schilder Willi
Griep, Grönhoffstraße 3.
Laatstgenoemde is wellicht dezelfde persoon als:
Willi
Karl Griep;
zijn
ouders zijn eigenaar van de Stolper Sportanlage.
Hijzelf is schilder van beroep en getrouwd met Luscha. Hun
kinderen: Vera, Anneliese en Manfred Griep.
Deze laatste woont na de oorlog in Bergheim/Erft en heeft
een dochter: Gudrun Griep-Wolff. |
|
|
|
|
Paul
Griep, geboren op 12 februari 1891 en woonachtig te
Stolp, trouwt met Anna (geboren in 1893) en heeft twee
kinderen: Werner (1914) en Gretchen (1921). Op 19 november
1923 arriveren ze met het schip de Tyrrhenia vanuit Hamburg
als emigrant te New York. Hij woont 54519 Conover, Wisconsin,
zijn vrouw overlijdt er in 1969 en hijzelf in oktober 1974.
De Warner Griep die voorkomt
in het Amerikaanse SSDI-archief, geboren op 24
oktober 1914, is waarschijnlijk zijn zoon Werner. Hij woont
3532 N 87th Street, Milwaukee, Wisconsin, en overlijdt in
november 1986. |
|
|