Het verhaal van dokter
Lopez Cardozo

28 mei / Jan Griep

 
 
  Op 28 mei 1997, ruim een maand na Pim zijn overlijden, hadden we in het Academisch Ziekenhuis te Leiden een gesprek met dokter Lopez Cardozo, de kinderarts die Pim daar heeft behandeld.

Met hem namen we een aantal vragen door die bij ons waren blijven leven. Van de met hem besproken onderwerpen maakte ik de volgende aantekeningen.

 
 

Door een bacterie veroorzaakte hersenvliesontsteking

 
 
  De meningococ, de bacterie die hersenvliesontsteking veroorzaakt, komt vrij algemeen bij de mens voor. Onder bepaalde – nog niet bekende – omstandigheden kan deze bacterie zich in de bloedbaan en in het hersenvlies nestelen en zich daar razendsnel ontwikkelen.

Het ziekteverloop is in de meeste gevallen zo, dat het lichaam zich tegen deze zich ontwikkelende bacteriën gaat verzetten. Dat verzet geeft allerlei symptomen: koorts, vlekken over het lichaam en een stijve nek. Doordat die symptomen ontdekt worden, kan er worden ingegrepen; dat gebeurt door antibiotica toe te dienen. In zo’n 10% van de gevallen is dit gevecht tussen de bacteriën en de afweer van mens en antibiotica zodanig heftig dat de patiënt aan de gevolgen daarvan – de sepsis – overlijdt.

Daarnaast is er nog een geheel andere bacterie die ook hersenvliesontsteking kan veroorzaken (hemofilis influenzae B ofwel HIB). Die variant komt met name voor bij kinderen onder de 5 jaar. Tegen die bacterie is ondertussen een vaccin ontwikkeld, waarmee kinderen al heel jong worden ingeënt.

 
 

Het ziekteverloop bij Pim

 
 
  Ook bij Pim is op enig moment de meningococ binnengedrongen, en is zich razendsnel gaan ontwikkelen. Afwijkend van het normale verloop, is de afweer tegen deze bacterie echter heel traag en weinig krachtig op gang gekomen. Daardoor waren er ook heel lang geen symptomen zoals vlekken of een stijve nek en kon het feit dat in zijn lichaam en in zijn hersenen de meningococ zich aan het ontwikkelen was, heel lang verborgen blijven.

Toen Pim in het ziekenhuis werd binnengebracht, had ook de aanwezige kinderarts de indruk dat men er nog bijtijds bij was. Er waren immers nog niet veel kenmerkende symptomen – zoals vlekken – te zien. Wel werd direct met het toedienen van antibiotica begonnen, en men bereidde zich in feite voor op het behandelen van de naar verwachting optredende “sepsis”.

Dat veranderde na een halfuur, toen Pim een bepaalde schokkerige beweging met zijn armen maakte. Die beweging duidt op hersenbeschadiging, en wel van de verder naar binnen gelegen hersenschors of hersenstam. Toen werd duidelijk dat in dit geval de sepsis niet het probleem zou zijn, maar dat de bacterie al veel verder in de hersenen was doorgedrongen dan eerst was gedacht. Het verdere verloop bevestigde dat beeld: Pim moest al spoedig kunstmatig beademd worden, zijn nierfunctie raakte gestoord, zijn reflexen werkten niet meer etc. Uiteindelijk werd het in de loop van de nacht duidelijk dat de hersenen al zodanig ver door de bacterie aangetast waren, dat van hersendood sprake was.

Een aantal eerdere waarnemingen passen achteraf in dit beeld. Dat Pim zaterdag­middag nauwelijks meer koorts had betekende in feite dat de bacteriën steeds verder konden binnendringen, zonder bestreden te worden (want dat zou koorts gegeven hebben). Dat op de hersenscan niets te zien was klopt ook: die laat ontstekings­reacties zien, en die waren er nu juist niet door gebrek aan afweer.

 
 

Hoe komt het dat de meningococ soms wel en soms niet toeslaat?

 
 
  Hoe het komt dat bij sommige kinderen de meningococ toeslaat, en bij andere niet en waarom in het ene geval een heftige afweer op gang komt en deze in het andere geval grotendeels uitblijft, is niet bekend. Daar valt nog veel onderzoek naar te doen, aldus dokter Lopez Cardozo. Wel circuleren er drie theorieën.

Ten eerste zou het kunnen zijn dat er een bepaalde erfelijke aanleg bestaat, die ervoor zorgt dat het ene kind kwetsbaarder voor de bacterie is dan het andere. Vooralsnog is het onderzoek echter nog niet zover, dat het al mogelijk is om een mogelijke risicogroep enigszins nauwkeurig te identificeren. Wel kan het, gelet op deze mogelijkheid, raadzaam zijn om bijvoorbeeld Fleur eerder dan dat normaal zou worden gedaan, bij een beginnend griepje al direct antibiotica te geven.

De tweede mogelijkheid is dat er binnen de familie der meningococcen verschillende stammen bestaan, waarvan de meest agressieve niet alleen gemakkelijk in de hersenen binnen­dringt, maar er ook in slaagt weinig afweer op te wekken.

Tenslotte is het ook nog denkbaar dat het toch steeds om toevallige omstandig­heden gaat: iemand die om een andere reden verzwakt is en daardoor niet opgewassen is tegen een toevallig net erg sterke meningococ.

 
 

Wat heeft Pim er zelf van gemerkt?

 
 
  Pim heeft zich die zaterdag uiteraard ziek gevoeld, en hij heeft ook op enig moment aangegeven erge hoofdpijn te hebben. Maar hoe zou hij het wegzakken in coma hebben ervaren?

Wat daarover bekend is duidt erop dat dat niet iets is dat met angst, pijn of paniek gepaard gaat. Integendeel, eerder moet gedacht worden aan het geleidelijk aan wegzakken in een droom- of schemertoestand. Het bij Pim waargenomen hallucineren zal waarschijnlijk geleken hebben op een wat dronken gevoel. Hij zal dus eerder met een wat euforisch gevoel zijn weggegleden dan in angst of paniek.

Dit betekent overigens ook, dat als het hallucineren wat later was opgetreden – op een moment dat wij het niet meer gemerkt hadden omdat we bijvoorbeeld al sliepen – hij ook zo in zijn slaap in coma geraakt zou kunnen zijn. In dat geval hadden wij hem de volgende ochtend dood in zijn bed gevonden.

 
     
 
 

Als U behoefte heeft om op dit verhaal te reageren,
dan bent u van harte welkom:
jan.griep@planet.nl.

 
 

Deze pagina (http://www.gryep.nl/jg/LopezCardozo.html) is voor het laatst gewijzigd op 17 september 2004.
Het overnemen van tekst of afbeeldingen is niet toegestaan zonder overleg met de schrijver:
©
Jan Griep te Katwijk aan Zee

Naar: Start -- De week van Pim zijn dood -- Met Pim naar Italië